Vincent van Gogh: een leven voor de kunst 

Karl Andriessen, Karolina Krysinska

| Tijdschrift Klinische Psychologie, 2017, 47(2), 11-15 |

Vincent van Gogh (1853-1890) is een van de bekendste kunstenaars ter wereld. Hij heeft een eigen museum (https://www.vangoghmuseum.nl), zijn werken worden verkocht aan topprijzen en hangen in de belangrijkste musea en privécollecties. Hij heeft het zelf nooit geweten. Bij leven was zijn werk niet populair en hij bedelde zijn broer regelmatig om geld. Het oorincident nodigt uit om hem gemakshalve te beschouwen als een ‘gekke’ kunstenaar. Er bestaat ook veel literatuur over mogelijke verbanden tussen creativiteit, psychiatrische problematiek en suïcide (Jamison, 1993; Krysinska, 2009; Kyaga et al., 2013). Vooral de combinatie van stemmingsstoornissen, middelenmisbruik en persoonlijkheidskenmerken zoals sensatie zoeken, lijken het suïciderisico bij creatieve personen te verhogen. Ook financiële problemen en stress gerelateerd aan mogelijke afwijzingen verhogen het suïciderisico (Preti & Miotto, 1999). Maar hoe ‘gek’ was Van Gogh? Was hij een gedreven kunstenaar dankzij of ondanks zijn ‘gekte’?

Deze bijdrage opent met een korte biografie, gevolgd door een overzicht van diagnoses die hem te beurt zijn gevallen tijdens zijn leven, maar vooral na zijn overlijden.