Multidisciplinaire richtlijn over autismespectrumstoornissen bij volwassenen: nog veel werk aan de winkel

door Johan Vereycken, 44ste jaargang, nr. 4

De recent verschenen Nederlandse multidisciplinaire richtlijn autismespectrumstoornissen (ASS)  bij volwassenen (Kan et al., 2013) wekt om  diverse redenen belangstelling.  Er is de grote vraag naar diagnostiek en begeleiding/behandeling van personen met autistische kenmerken. De kennis over ASS bij hulpverleners in de geestelijke gezondheidszorg laat ook vaak te wensen over. Verder is de diagnostiek van ASS bij volwassenen bijzonder complex. Een ontwikkelingsanamnese is niet altijd mogelijk omdat de ouders overleden zijn, niet willen of kunnen meewerken aan het onderzoek, of omdat de aangemelde persoon het contact met de ouders verbiedt. De diagnostiek bij volwassenen met autistische kenmerken wordt voorts gecompliceerd door de veel voorkomende  psychiatrische comorbiditeit en lastige differentiaaldiagnostische overwegingen.  Deze richtlijn beantwoordt dus aan een reële nood in het praktijkveld. Het is een zogenaamde moederrichtlijn geworden waaruit elke beroepsgroep vervolgens elementen kan filteren die haar aanbelangt. Een keerzijde is dat er heel uiteenlopende thema’s in de richtlijn aan bod komen: herkenning van autistische symptomen bij volwassenen, gespecialiseerde diagnostiek, psychotherapeutische interventies, arbeidshulpverlening, psychofarmacologische en biomedische behandelingen.